De Kalkoen is inheems in de Verenigde Staten, waar hij een voorkeur vertoont voor randen van loofbossen en open agra­risch gebied. Midden 20e eeuw belandde de zwaar overbejaagde populatie op een dieptepunt, maar dankzij herstelmaatregelen lopen er nu weer 3,5 miljoen Kalkoenen rond. Sinds de 16e eeuw zijn pogingen gedaan om de soort als jachtvogel in Europa te introduceren, vaak met alleen tijdelijk succes. Momenteel komen er populaties van de wilde Kalkoen (en niet de gedomesticeerde witte vorm) voor in Tsjechië (530 ex. in 1988) en Duitsland. Deze vogels overleven de winter alleen dankzij bijvoedering.

In Nederland zijn voorzover bekend nooit serieuze uitzetpogingen gedaan. Dat zulks toch incidenteel gebeurt, bewijst de melding van een succesvol broedpaar (tenminste vier jongen) op de Hellegatsplaten (atlasblok 43-36) in 1999. Het ging om een natuurlijk gekleurd mannetje en een wit vrouwtje (M. Benard pers. med.). De kans op een daadwerkelijke vestiging in Nederland lijkt, mede gezien de Europese ervaringen, gering.

Bron

Auteur(s)

Vergeer, J.-W.

Publicatie

• SOVON Vogelonderzoek Nederland 2002. Atlas van de Nederlandse broedvogels 1998-2000. Nederlandse Fauna 5: 1-584. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.