De familie Argidae telt in ons land 19 soorten. Volwassen Aproceros leucopoda onderscheiden zich van hun verwanten door het ontbreken van een gesloten anaalcel in de achtervleugels (zie ‘beeld en geluid’). Op basis van kleurkenmerken kan Aproceros worden verward met de verwante Sterictiphora geminata. Deze laatste heeft echter licht geelbruine schenen en vaak een koperkleurige glans over het lichaam, terwijl Aproceros ivoorwitte schenen heeft en gewoon zwart is. Bovendien leeft de larve van Sterictiphora geminata uitsluitend op roos en niet op iep, zoals Aproceros. Aandacht voor het onderscheid is voornamelijk van belang in de tweede helft van april en in mei omdat beide soorten dan tegelijk voorkomen, later in het jaar is alleen Aproceros aanwezig.
De larven leven monofaag op iep. Er komen in ons land slechts twee andere bladwespen voor met vrijlevende larven op iep, Cladius rufipes en C. ulmi. Beide soorten zijn als halfvolgroeide larve ook groen, maar missen de voor A. leucopoda karakteristieke T-vormige vlekken op de zijkant van het tweede en derde lichaamssegment en de vlekken op hun kop vormen geen aaneengesloten band die over de bovenzijde van de kop heenloopt (zie ‘beeld en geluid’). Volgroeide larven van C. rufipes blijven groen, maar bij volgroeide larven van C. ulmi wordt de bovenzijde olijfgroen tot grijs. Beide Cladius-soorten veroorzaken geen zigzag-vraatpatroon op iepenbladeren.
Bron
Auteur(s)
Mol, A.W.M.