Herkenning Middelgrote hooiwagen (3,5-4,7 mm), met lange poten. Lichaam zonder tanden, maar op de oogheuvel kleine tandjes aanwezig (dit is een onderscheid met Leiobunum-soorten, die ook op de oogheuvel geen tanden hebben). Dieren (geel)bruin gekleurd met kleine vlekjes. Kleine tanden op tibia van de palp. Zeer moeilijk te onderscheiden van andere Nelima-soorten.
Voorkomen Nog niet uit Nederland bekend.
Biotoop Langs de kust in lage begroeiingen, graslanden en tussen rotsen of stenen.
Fenologie adult Volwassen dieren van augustus tot oktober.