Overslaan en naar de inhoud gaan

Maskerklauwier Lanius nubicus

Indeling

Laniidae [familie]
Lanius [genus] (11/3)
nubicus [soort]

Herkenning
17 cm. Formaat gelijk aan roodkopklauwier maar heeft langere staart. Bovendelen hoofdzakelijk zwart met witte schouderveren. Wit op voorhoofd tot achter oog, zwart masker. Witte vlekken op handpennen en witte staartzijden. Onderdelen wit, flanken met oranje waas. Vrouwtje lijkt op mannetje maar is bleker op kop en flanken. Snavel kleiner dan die van andere klauwieren. Juveniel lijkt op juveniele roodkopklauwier, met sterk gebandeerd op bovendelen en flanken en zonder zwart op bovendelen. Gedrag minder opvallend dan van andere klauwieren; zit meestal laag in struik of boom in plaats van in de top.

Verspreiding en voorkomen
Broedt in het oostelijke Middellandse Zeegebied en van Zuidoost-Marokko tot de Perzische Golf. Trekt in de winter naar gebieden in de Afrikaanse Sahel. In Nederland een dwaalgast.

Biotopen
Komt in zijn leefgebied voor bij open bossige en gecultiveerde gebieden, maar met meer bomen en struiken dan kleine klapekster en klapekster.

Voedsel
Voornamelijk insecten, die vanuit zitplaats worden gevangen.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4-6, soms 7. Buikig. Glad en glanzend. Crèmekleurig tot licht geelbruin of geelachtig. Met een opvallende zone van zwarte spikkels en vlekken van bruin en grijs rond en aan de stompe pool, overigens schaars. Formaat 20,7 x 15,7 mm.

Geluiden
Roep rauw 'krrr'. Zang lang gebabbel van krassende tonen.

Publicatie