Overslaan en naar de inhoud gaan

Sakervalk Falco cherrug

Indeling

Falconidae [familie]
Falco [genus] (11/3)
cherrug [soort]

Herkenning
45-55 cm, spanwijdte 110-125 cm. Verschilt van slechtvalk door donkerbruine (niet leigrijze) bovendelen en brede, roodbruine randen aan vleugelveren, witachtige kruin en nek met donker bruine streping, kleine onduidelijke snorstreep, witte onderdelen zwak donkerbruin gevlekt (niet gestreept). Staart bruin met ovale witte vlekken, hand- en armpennen bijna zwart van boven. Ondervleugel bleek met donkere punten aan handpennen en donkere streep langs grote onderhanddekveren. Juveniel donkerder dan adult met meer gestreepte kruin, wangen en flanken. Vaak vrijwel niet te onderscheiden van juveniele lannervalk.

Verspreiding en voorkomen
Broedt in een groot gebied van Oost-Europa tot in Noordoost-China. Standvogel in delen van Zuidoost-Europa, Centraal-Azië en China. Wintergast in delen van Zuidoost-Europa, zuidelijk Azië en gebieden in Afrika van Mauritanië tot in Ethiopië. In Nederland een dwaalgast.

Biotopen
Is in zijn leefgebied beperkt tot bossteppe, open graslanden, heuvelland.

Voedsel
Gebruikt verschillende jachttechnieken om kleine zoogdieren en vogels te vangen. Zoekt prooi op de grond in lage vlucht. Grootste deel van voedsel bestaat uit knaagdieren (soesliks, gerbils, lemmingen etc.) en - in mindere mate - vogels (kleinere zangvogels, duiven en zelfs reigers en trappen) en hagedissen.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4, soms 2-7. Rondachtig tot kort elliptisch. Glad, niet glanzend. Crèmeachtig of bruingeel. Zwaar met bruinrode, soms violette of bijna zwarte punten en vlekken getekend. Formaat 54,2 x 41,6 mm.

Geluiden
Een langgerekte schreeuw en een hoog 'giäk-giäk-giäk'.

Publicatie