Overslaan en naar de inhoud gaan

Sardijnse grasmus Sylvia sarda

Indeling

Sylviidae [familie]
Sylvia [genus] (16/4)
sarda [soort]

Herkenning
12,5 cm. Klein zangertje met lange staart. Kan alleen verward worden met Provençaalse grasmus. Mannetje is donker loodgrijs op kop, bovendelen, keel en borst. Staart lang en donker met witte buitenste pennen. Vleugels wat bleker, bruinig. Buik grijswit. Poten, oogring en iris rood. Vrouwtje bleker. Juveniel bruin in plaats van grijs, lijkt sterk op juveniele Provençaalse grasmus maar roep is anders en is donkerder: leigrijs van boven (Provençaalse grasmus is meer bruin) en grijsbruin van onderen (Provençaalse grasmus meer beige), met blekere keel en donkere teugel (juveniele Provençaalse grasmus heeft bleke teugel). Vlucht laag en met rukjes, evenals Provençaalse grasmus. Zit soms even bovenin een struik, met opgestoken en heen en weer zwaaiende staart.

Verspreiding en voorkomen
Standvogel op Corsica en Sardinië. Wintergast in noordelijk Algerije, Tunesië en Libië. In Nederland een dwaalgast.

Biotopen
Komt in zijn leefgebied voor in droge open gebieden met dicht struikgewas, maar vaker in bomen dan Provençaalse grasmus.

Voedsel
Voornamelijk ongewervelden, maar ook bessen.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 3-4, soms 5. Rondachtig. Glad en enigszins glanzend. Wit of grijsachtig-wit. Bezet met geelbruine of roodbruine en grijze spikkels, vaak geconcentreerd aan de stompe pool. Of dicht roodbruin gevlekt of fijn lichtbruin en grijs gespikkeld. Formaat 18 x 13,5 mm.

Geluiden
Roep 'drrrt' en 'tzik'. Zang lijkt op die van Provençaalse grasmus, maar is korter en melodieuzer.

Publicatie