Voorkomen

Apriona germari heeft twee ondersoorten. Het oorspronkelijke areaal van Apriona germari beslaat Nepal, noordoost India (Arunachal Pradesh, Sikkim, Assam en West Bengalen, Meghalaya), Bhutan, Tibet en noord Bangladesh (Sylhet); de ondersoort A. g. parvigranula Thomson, 1878, die voor de revisie van Jiroux (2011) ook wel als soort werd beschouwd, komt natuurlijk voor in Vietnam, Birma, noord Thailand, Laos, Cambodja en zuidoost China (Yunnan, Guangdong en Hainan) (Jiroux 2011, Danilevsky 2020, Tavakilian & Chevillotte 2023).

Buiten dit gebied is de soort vele malen als ongewenste import gemeld (Haack 2006, Ibáñez Justicia & Potting 2010, NVWA 2019, NPPO 2021). De meeste meldingen zijn echter van voor de taxonomische wijziging door Jiroux (2011) en betreffen zeer waarschijnlijk Apriona rugicollis (EPPO 2013).

Het klimaat in het oorspronkelijk verspreidingsgebied is warmer dan het Nederlandse klimaat. Het Nederlandse klimaat is volgens Ibáñez Justicia & Potting (2010) daarom zeer waarschijnlijk ongeschikt voor de vestiging van Apriona germari. Vestiging in warmere delen van Europa behoort echter wel tot de mogelijkheden (Ibáñez Justicia & Potting 2010, Brunel et al. 2013).

Waarnemingen
Waarnemingen van deze soort kunnen worden doorgegeven via de portals waarneming.nl  en telmee.nl en via de website van de NVWA. Aangeraden wordt gevonden larven en/of imago’s te vangen en in een potje te stoppen en deze over te dragen aan de NVWA.